Een relatiebreuk tussen ouders is een zeer vaak voorkomend gegeven. Vaak wordt er dan gekozen voor co-ouderschap. Maar wat als een kind niet meer naar de ene of de andere ouder wenst te gaan terwijl het kind voor de breuk wel een goede band had met deze ouder? In dat geval kan er sprake zijn van ouderverstoting of ouderonthechting.
Bij ouderverstoting, ook wel het “Parental Alienation” genoemd, ligt de oorzaak van het gedrag van het kind bij de boze en op wraak beluste ouder. Het kind wordt bedolven door negatieve verhalen door de ene ouder over de andere ouder en wordt als het ware gehersenspoeld. Als reactie hierop gaat het kind de andere ouder verstoten.
Volgende zaken kunnen wijzen op ouderverstoting:
Ouders met een narcistische persoonlijkheidsstoornis zijn vatbaarder om aan ouderverstoting te gaan doen. Zij hebben vaak de neiging om door middel van de kinderen wraak te nemen op de andere ouder met ouderverstoting als resultaat.
Bij ouderonthechting ligt de verantwoordelijkheid ook bij het kind. De ouders sluiten de andere ouder niet bewust uit maar praten soms negatief over de andere ouder in het bijzijn van het kind. Het ene kind is hier gevoelig aan, het andere kind dan weer niet. Bij sommige kinderen kan dat tot gevolg hebben dat het kind zelf ook negatief naar de andere ouder zal beginnen kijken en uiteindelijk zelf deze ouder niet meer zal willen zien.
Volgende zaken kunnen wijzen op ouderonthechting:
Ouderverstoting/ouderonthechting kan voor kinderen zeer verregaande gevolgen hebben: een flinke deuk in hun zelfvertrouwen, eigenwaarde, het vertrouwen in anderen, bindingsangst, gedragsproblemen, ontwikkelingsstoornissen zijn maar enkele van de vele gevolgen die het met zich mee kan brengen.
Het is belangrijk als verstotende ouder te gaan beseffen dat dit gedrag allerminst in het belang van het kind is.
Bij het vaststellen van ouderverstoting/ouderonthechting is het van belang zo snel mogelijk te gaan ingrijpen om onomkeerbare gevolgen te vermijden.
Je kan bijvoorbeeld voorstellen aan de andere ouder om naar een bemiddelaar of therapeut te gaan of sessies oudercoaching te gaan volgen.
Ga ook hulp zoeken bij je netwerk. Misschien kan een familielid of buurvrouw die contact heeft met jullie beiden een bemiddelende rol gaan opnemen?
Blijf ook contact zoeken met je kind (bijv. maandelijks een berichtje met de vraag hoe het gaat); ook al krijg je geen reactie.
Lukt dit allemaal niet? Ga dan hulp zoeken bij een advocaat met bijzondere kennis van de problematiek ouderverstoting. De advocaat kan in eerste instantie trachten minnelijk met de andere ouder overeen te komen. Indien dat niet lukt, kan de advocaat je bijstaan in een gerechtelijke procedure teneinde de ouderverstoting de kiem te gaan smoren.